Deze blog is onderdeel van het Rapunzel cosplay kostuum.
Ik heb sinds november verschillende ontwerpen gemaakt voor mijn eigen Rapunzel creatie. Hij is zwaar geïnspireerd op Rapunzel haar outfit uit de film Tangled, maar ik heb er uiteindelijk voor gekozen om een aantal dingen aan te passen, omdat ik haar film outfit een beetje saai vond.
Mijn nieuwe ontwerp is deels geïnspireerd op ballet en deels op geschiedenis. Toen ik Rapunzel haar outfit aan het bestuderen was, realiseerde ik me dat het korset dat ze draagt best wel lijkt op de korsetten die tijdens de 18e eeuw gedragen werden. In deze blogpost ga ik jullie wat meer vertellen over deze korsetten en leg ondertussen uit hoe ik dit gemaakt heb.
Benodigdheden
- Boek Corsets and Crinolines van Norah Waugh
- 1 meter zijde jaqcuard: van een winkeltje op de Albert Cuyp markt in Amsterdam
- 1 meter linnen die past bij de zijde
- 1 meter keperkatoen
- 1.5 meter katoen
- Biaisbandmaker maat 12 mm
- 3 meter sierband: eigen keuze
- 1 klosje Gütermann garen in kleur naar keuze
- 2 klosjes extra sterk Goldmann garen in kleur naar keuze
- 5 meter glans koord in kleur naar keuze
- 35 meter plastic baleinen
- 1 klosje DMC borduurgaren
De geschiedenis van het korset
In de 18e eeuw hadden korsetten een ander doel dan wat wij tegenwoordig denken bij korsetten. Het doel was niet om de vorm van het lichaam echt te veranderen, maar ze waren meer voor stevigheid. Aan het begin van de 18e eeuw (1700-1750) hadden korsetten rondom overal baleinen. Kleermakers dachten toen der tijd dat dit nodig was om het korset stevig te maken. Later tijdens deze eeuw hadden de korsetten minder baleinen, omdat de korset makers erachter kwamen dat het niet gaat om de hoeveelheid baleinen, maar om de richting waar ze in lopen.
Tijdens de 18e eeuw werden whalebone baleinen gebruikt voor het verstevigen van korsetten. Tegenwoordig zijn plastic baleinen een goede (en budget vriendelijke) vervanging hiervoor.
Qua materialen waren voornamelijk zijde en linnen populair voor het maken van korsetten. Zijde was natuurlijk voor de hogere klassen en de wat armere vrouwen droegen linnen.
Het patroon
Het patroon dat ik gebruikt heb voor dit korset komt uit het boek Corsets and Crinolines van Norah Waugh. Dit is een Engels patroon boek met korsetten van de 15e eeuw tot en met het begin van de 20ste eeuw en verschillende hoepel rokken en bustles. Het patroon dat ik gebruikt heb is nummer 14. Dit is een korset met baleinen helemaal rondom uit de periode 1730 – 1740.
Ik heb een foto gemaakt van het patroon en heb deze geïmporteerd in Photoshop (kan ook in Paint). Ik heb de afbeelding vergroot tot de inches bar aan de onderkant van het patroon op mijn laptop scherm precies gelijk was met mijn centimeter. Dit heb ik gewoon opgemeten door de centimeter op mijn scherm te leggen.
Iets wat belangrijk is om hier te zeggen is dat de patronen uit Corsets and Crinolines géén naadtoeslag bij de patronen zit, deze moet je er zelf bijtekenen. Je hoeft echter alleen maar naadtoeslag toe te voegen op de plekken waar verschillende patroon onderdelen aan elkaar genaaid worden, dus de boven en de onderkant kan je gewoon laten zoals ze zijn. Ik heb één centimeter extra toegevoegd.
De Mock-up
Omdat ik het patroon vergroot had en dus niet precies wist of het zou passen of niet, heb ik eerst een mock-up (test versie) gemaakt uit wat sterk katoen dat ik nog had liggen. Uiteindelijk hoefde ik maar wat kleine aanpassingen te maken en paste het patroon eigenlijk helemaal perfect, maar ik ben alsnog blij dat ik mijn mock-up gemaakt heb. Op deze manier heb ik alle dingen die ik voor het echte korset moest doen al een keer gedaan. Hierdoor was het uiteindelijke resultaat van het korset een stuk beter.
Het korset
Na het maken en aanpassen van mijn mock-up, kon ik eindelijk beginnen aan het echte korset. Het eerste dat moest gebeuren was het uitknippen van al mijn stof. Van elk patroon stuk had ik er 2 nodig (voor beide kanten) en moest deze knippen uit drie verschillende stoffen: de zijde, het katoen en de linnen.
Nadat ik al deze onderdelen had uitgeknipt heb ik mijn rijgdraad gepakt en heb met de hand de drie verschillende lagen stof van elk patroon deel aan elkaar genaaid. Dit is een erg belangrijke stap, omdat er anders tijdens het werken met de patroon delen een kans is dat de 3 lagen stof gaan bewegen van elkaar, waardoor de stukken uiteindelijk misschien niet meer passen of er niet mooi uit zien. Dankzij de rijgdraad blijven ze goed aan elkaar zitten en je kunt het er later gewoon weer uithalen.
Baleinen en tunnels
Na het aan elkaar rijgen van de verschillende stukken kon ik beginnen met het markeren van alle tunnels voor de baleinen. Voor dit korset waren dat er héél veel…wel 220. Ik gebruik hier een uitwasbare stift, maar op het zijde jacquard verdwenen de lijnen na ongeveer 10 minuten vanzelf, dus ik hoefde het er geeneens uit te wassen. Ik heb alle lijnen op mijn stof getekend door het patroon stuk op mijn stof te leggen en heb precies de lijnen van het patroon gevolgd. Ik had mazzel, want mijn baleinen waren precies even breed als die van het patroon (6 millimeter), maar als dit niet het geval is moet je de aanpassing zelf maken door een beetje te gokken. Als je de tunnels zelf verandert, is het belangrijk om 2 millimeter extra te meten dan hoe breed je baleinen zijn, anders krijg je ze heel moeilijk in de tunnels geschoven.
Vervolgens heb ik op de naaimachine langs alle tunnel lijnen die ik gemarkeerd had genaaid. Dit is het enige dat ik tijdens dit hele project met mijn naaimachine gedaan heb. In de 18e eeuw bestonden naaimachines natuurlijk nog niet en werd deze stap dus ook met de hand gedaan, maar met de gigantische hoeveelheid tunnels die ik moest naaien zag ik het echt niet zitten om dit met de hand te doen. Zelfs op mijn naaimachine duurde het nog vrij lang. Nadat alle tunnels genaaid waren kon ik de rijgdraad eruit halen. De lagen stof beginnen nu toch goed op elkaar zitten door alle tunnels die genaaid zijn.
Het volgende dat ik gedaan heb is alle baleinen op de juiste lengte knippen en in de tunnels schuiven. De baleinen heb ik gemeten door ze op de tunnel te leggen en dan een centimeter aan de onderkant en bovenkant minder te rekenen. De baleinen heb ik geknipt met een tang, dit gaat het makkelijkste. Na het afknippen is het belangrijk om ze eerst goed rond te vijlen, omdat er anders een kans is dat ze door de stof heen prikken en uiteindelijk scheuren creëren.
Aan elkaar naaien
Nadat ik alle baleinen in de tunnels had zitten, heb ik mijn extra sterke garen gepakt en ben met een dubbele draad en een oversteek langs alle kanten van de korset onderdelen gegaan. Hierdoor werden de tunnels gesloten en konden de baleinen er niet meer uit schuiven.
Na het sluiten van alle tunnels kon ik eindelijk alle stukken van het korset aan elkaar naaien. Het eerste dat hierbij belangrijk is, is met naald en draad alle naadtoeslag naar binnen vastnaaien. Dit heb ik ook gedaan met een oversteek en dubbel draad. Deze manier van onderdelen aan elkaar naaien lijkt erg vreemd als je gewend bent aan het maken van moderne kledingstukken, maar ik heb verschillende historische bronnen gebruikt en de binnenkant van 18e eeuwse korsetten bekeken en in elk korset is dit de manier waarop het gedaan is. Deze foto’s zijn te vinden op Pinterest en in de Marie Antoinette aflevering van de BBC serie ‘A Stitch In Time’ laten ze het nog beter zien. Deze staat op YouTube!
Nu was ik klaar om de korset onderdelen echt aan elkaar te naaien. De extra sterke garen is in dit geval het meest belangrijk en ik heb 4 draden gebruikt voor extra stevigheid. Tegenwoordig zou dit gewoon op een naaimachine gedaan worden, maar met de hand is het belangrijk dat de stukken heel goed vastzitten, omdat er anders kans is dat je korset deels uit elkaar valt.
Ik kwam er al snel achter dat de stukken het strakste aan elkaar zitten door een normale stiksteek. Dit deed ik door de naald aan de rechter kant in de naadtoeslag te steken, door de naadtoeslag van de linker kant heen te steken en dan weer bovenlangs in de rechter kant steken. Dan krijg je een soort grote lussen.
Zelf biaisband maken
Nadat het korset echt aan elkaar genaaid was ben ik begonnen met het maken van mijn biaisband om alle randen mee af te werken. Ik heb hiervoor een dun katoen gebruikt. De bias, in het Engels, of schuin van draad van de stof is op een hoek van 45 graden. Deze kan je vinden door één van de punten van de stof op de rechte lijn (strekkende lengte van de stof) te leggen.
Schuin van draad is de richting met de meeste stretch. Zelfs een aantal stoffen zonder stretch hebben nog een klein beetje beweging op deze draadrichting. Deze richting is perfect voor het maken van biaisband, omdat deze stretch ervoor zorgt dat je goed om bochten heen kan. Biaisband dat je gewoon los koopt heeft deze stretch niet en komt daardoor een stuk minder strak en netjes om bochten heen. Dit goed om bochten heen gaan was vooral belangrijk voor het maken van dit korset, omdat de ‘tabs’ (de lusjes aan de onderkant van het korset) heel lastig zijn om mooi omheen te komen.
Als je de richting schuin van draad gevonden heb, meet je hoe lang je biaisband moet worden. Voor dit korset had ik verschillende lengtes nodig, dus ik heb ook verschillende bandjes gemaakt. Ik bepaal hoe breed ik mijn biaisband moet knippen aan de hand van mijn biaisbandmakers. Deze kan je kopen in verschillende maten en ik raad een het sterk aan een pakketje aan te schaffen. Ik heb voor dit project de breedte 1.2 of 12 millimeter. De breedte van je biaisband moet precies het dubbele zijn van de maat van de biaisbandmaker. Dit omdat het bandje natuurlijk dubbel gevouwen is. Dit doet de maker voor je.
Toen ik al mijn stukken plat band uitgeknipt had ben ik de bandjes gaan strijken. Je stopt het bandje aan het brede stuk, of de achterkant, in de biaisbandmaker en duwt hem er doorheen totdat het stuk stof aan de andere kant (de smalle kant) te zien is. Leg het bandje met de biaisbandmaker plat op de strijkplank, pers met de strijkbout en trek steeds de biaisbandmaker een stukje verder (dit doe ik als ik met mijn strijkbout het vorige stuk pers, dan verplaatst hij beter).
Biaisband aan een korset vastnaaien wordt met de hand met een speciale steek gedaan. Normaal gesproken kan dit ook met de naaimachine, maar met dit korset kan het niet, omdat er rondom overal baleinen zitten en daar kan de naaimachine naald niet doorheen zonder te breken.
Eerst wordt de voorkant van de biaisband vastgezet. In de vouwlijn van de band maak je hem vast met een stiksteek. Als je langs de hele voorkant gegaan bent, vouw je het biaisbandje naar de achterkant en zet je hem daar ook vast. Dit wordt officieel gedaan met een hele platte steek waarbij je een heel klein stukje van het korset mee pakt van de stof net onder de biaisband, dan de naald bijna plat rechtdoor steekt en hem dan net in het randje van de biaisband weer omhoog laat komen. Daarna steek je de naald er recht onder de plek waar je net door de biaisband gestoken bent weer door de stof van het korset en dit herhaal je steeds. Hiermee krijg je hele kleine steekjes die bijna onzichtbaar zijn.
Voering toevoegen
Nu is het eindelijk tijd voor het maken van de voering van het korset, zodat de lelijke binnenkant helemaal wegvalt. Historisch werd de voering van korsetten altijd van een zacht katoen gemaakt. Dit is dus wat ik ook gebruikt heb. Voor de voering heb ik dezelfde stof gebruikt als voor de biaisbandjes.
Ik heb mijn patroon stukken weer gepakt en heb deze uit het katoen geknipt. Deze heb ik op de naaimachine aan elkaar genaaid en ben het vast gaan maken aan de binnenkant van het korset.
Voor het vastmaken heb ik de naadtoeslag naar binnen gevouwen en heb de voering ongeveer op de helft van de biaisband vastgenaaid. Dit heb ik gedaan met dezelfde steek als het vastmaken van de biaisbanden.
Na het naaien van de veterogen was mijn 18e eeuwse korset eindelijk af. Er is (met testversie meegerekend) in totaal ongeveer 150 uur werk in gaan zitten en hij is bijna helemaal met de hand gemaakt. Ik heb mijn naaimachine alleen maar gebruikt voor het naaien van de baleintunnels. Ik ben erg blij met het eindresultaat en heb ontzettend veel geleerd van het maken van zo’n historisch korset!
Veteroogjes borduren
Het laatste dat te doen was voordat mijn korset eindelijk klaar is, is het maken van de veteroogjes. In dit korset waren dat er flink wat. Tegenwoordig worden korsetten altijd geregen door metalen veteroogjes, maar deze werden pas uitgevonden in 1828, dus tijdens de 18e eeuw werden ze altijd met de hand gemaakt. Dit is ook de manier waarop ik ze altijd maak, want ik vind handgemaakte veterogen er altijd veel mooier uitzien dan metalen.
De gaatjes heb ik gemaakt met een priem. Dit is ook hoe het historisch gedaan is en is daarnaast de beste manier om ze te maken. De priem breekt de draden van de stof namelijk niet, maar verplaatst ze alleen, waardoor het oogje een stuk sterker is. Je kunt ook een leertang gebruiken, maar deze breken de stofdraden, waardoor de veterogen wat zwakker zijn, maar dit kan ook prima, je moet wel heel hard trekken om ze uit te laten scheuren.
Als het gaatje gemaakt is, kan je het daadwerkelijke veteroogje gaan borduren. Ik gebruik hier altijd 6 draads borduurgaren voor. Deze kan je op veel verschillende plekken kopen, bijvoorbeeld ook bij de Pipoos. Ik deel de 6 draadjes vaak door midden en borduur met 3 draadjes per keer. Dan worden de oogjes mooi vol, maar niet te dik.
Er zijn twee verschillende steken voor het borduren van oogjes, ik doe het op de makkelijkste manier. Dit is bovenlangs door het gat van het oogje steken en dan ongeveer 3-5 millimeter verderop weer onderlangs door de stof heen. En werk vanaf de mooie kant van het korset, want aan de achterkant worden de veteroogjes altijd minder mooi.
No Comments